Er was eens, in een klein dorpje aan de voet van de bergen, een meisje genaamd Ruby. Ruby was zes jaar oud, met helderrood haar, sproeten op haar neus en grote, nieuwsgierige blauwe ogen die altijd leken te zoeken naar iets. Ze had een hart vol avontuur en een geest vol dromen. Elke dag stelde Ruby zich voor dat ze op spannende queesten ging, vergeten landen verkende, verborgen schatten vond en magische wezens ontmoette.
Ruby woonde met haar ouders en haar jongere broer Milo in een gezellig huisje, omringd door velden vol wilde bloemen. Haar beste vriend was haar trouwe hond Max. Max was een fluffige golden retriever met een kwispelende Staart en een neus die alles kon ruiken. Waar Ruby ook ging, ging Max ook mee. Samen verkenden ze de bossen nabij het dorp, klommen in bomen en deden alsof ze ontdekkingsreizigers waren die op zoek waren naar magische landen.
Op een heldere, zonnige ochtend speelde Ruby in de weide nabij haar huis, bloemen plukkend en deed alsof ze magische ingrediënten voor een toverdrank waren. Terwijl ze de helderste bloemen verzamelde, merkte ze iets ongewoons op de grond op. Het was een stuk oude perkament, half begraven in de aarde en bedekt met vreemde symbolen.
Nieuwsgierig veegde Ruby de aarde weg en vouwde het perkament voorzichtig open. Haar hart maakte een sprongetje toen ze besefte wat het was. Het was een kaart! Een schatkaart! En niet zomaar een schatkaart, het wees de weg naar een plek genaamd de Verborgen Vallei. De Verborgen Vallei was een mysterieuze plek waarvan Ruby in verhalen had gehoord. Volgens de legende was het een magische vallei, diep verborgen in de bergen, waar wonderen die niet te bevatten waren, te vinden waren.
Ruby’s ogen fonkelden van opwinding. Dit was het! Dit was het avontuur waar ze op had gewacht. Ze rende snel terug naar het huisje, roepend dat Max haar moest volgen.
"Mama, Papa, kijk wat ik heb gevonden!" Ruby stormde het huis binnen met de kaart in haar handen.
Haar vader keek op van zijn krant, en haar moeder kwam erbij om te zien waar al die opwinding om draaide.
"Is dat een schatkaart?" vroeg haar vader met een lach.
"Ja! Het is een kaart naar de Verborgen Vallei! Ik wil gaan en het vinden!" zei Ruby, haar stem vol vastberadenheid.
Haar moeder knieëkte en keek zorgvuldig naar de kaart. "De Verborgen Vallei, hè? Dat klinkt als een behoorlijk avontuur."
"Maar het kan gevaarlijk zijn," voegde Ruby’s vader toe, met een bezorgde blik. "De bergen kunnen lastig te navigeren zijn, en het is een lange weg."
Ruby’s moeder glimlachte en legde een hand op haar schouder. "Wees voorzichtig, Ruby. Maar als je je zelfverzekerd voelt, misschien is dit het avontuur waar je van droomt. Zorg er wel voor dat je Max mee neemt en voor het donker thuis bent."
Ruby voelde een golf van opwinding. Ze omhelsde haar ouders en pakte snel haar rugzak. Ze stopte een waterfles, wat snacks, een deken en natuurlijk de kaart in haar tas. Max blafte blij, met zijn staart kwispelend, klaar voor welk avontuur er ook zou komen.
En zo gingen Ruby en Max op hun reis naar de Verborgen Vallei. De kaart toonde een kronkelig pad dat begon in het bos achter hun huis en diep de bergen in leidde. Ruby’s hart klopte sneller terwijl ze door het vertrouwde bos liep. Ze had deze bossen al zo vaak verkend, maar deze keer voelde anders. Deze keer was er echte magie in de lucht ze kon het voelen.
Terwijl ze het pad volgden, werden de bomen hoger en de lucht koeler. Ruby en Max liepen wat leek op uren, slingeren door het bos, krossen sprankelende stroompjes en klommen kleine heuvels op. Onderweg kwamen ze allerlei interessante dingen tegen vogels met felgekleurde veren, eekhoorns die opgewonden leken te kletsen terwijl ze passeerden, en zelfs een familie herten die hen stilletjes vanuit de schaduw van de bomen observeerde.
Uiteindelijk kwamen ze aan de voet van de bergen. Volgens de kaart was de ingang naar de Verborgen Vallei ergens hoog in de bergen, maar de kaart zei niet precies waar. Ruby keek omhoog naar de torenhoge toppen en haalde diep adem.
"Het wordt een lange klim, Max," zei Ruby, terwijl ze naar haar donzige vriend keek. Max blafte instemmend, terwijl hij met zijn staart kwispelde.
Samen begonnen ze de rotsachtige pad die de berg op leidde te klimmen. Hoe hoger ze klommen, hoe kouder de lucht werd, en de bomen begonnen te verdwijnen, waardoor rotsachtige kliffen en grasachtige randjes tevoorschijn kwamen. Ruby voelde haar benen moe worden, maar ze was niet van plan op te geven. Dit was haar avontuur, en ze was vastbesloten om de Verborgen Vallei te vinden.
Terwijl ze hoger en hoger klommen, begon de wind aan te wakkeren, en donkere wolken rolden boven hen. Ruby voelde zich een beetje nerveus. Ze was nog nooit zo hoog geweest, en het pad werd moeilijker te volgen. Maar net toen ze zich begon te zorgen, begon Max enthousiast te blaffen. Ruby keek op en zag een kleine grot genesteld in de zijkant van de berg.
"Misschien leidt de grot naar de Verborgen Vallei!" dacht Ruby.
Ze liep voorzichtig naar de ingang van de grot, met Max die de weg leidde. De grot was donker en koel, maar Ruby was niet bang. Ze haalde een kleine zaklamp uit haar rugzak en scheen erin. De grot leek dieper in de berg te gaan.
"Laten we verkennen, Max," zei Ruby, terwijl haar hart bonkte van opwinding.
Ze waagden zich de grot in, hun voetstappen weerklonken tegen de stenen muren. Hoe dieper ze gingen, hoe zekerder Ruby voelde dat ze op het juiste pad waren. Plotseling ging de grot open in een grote kamer, en daar, in het midden van de kamer, stond een gloeiende stenen poort.
"Wauw!" zei Ruby met een zucht. "Dit moet de ingang naar de Verborgen Vallei zijn!"
Max blafte blij, terwijl hij met zijn staart kwispelde terwijl hij om de poort snuffelde. Ruby stapte dichterbij, haar hart kloppend van opwinding. De stenen poort glinsterde met een zachte, magische gloed, en terwijl ze erdoorheen liep, voelde ze een warme bries langs haar huid strijken.
Aan de andere kant van de poort, gaspte Ruby van verbazing. Ze had het gevonden. Ze had de Verborgen Vallei gevonden.
De vallei was mooier dan ze ooit had kunnen voorstellen. Het gras was het groenste groen dat ze ooit had gezien, en wilde bloemen in elke kleur bedekten de grond. Hoge, majestueuze bomen met zilveren bladeren omringden de randen van de vallei, en een kristalheldere rivier stroomde door het midden, schitterend in het zonlicht. In de verte kon Ruby een waterval zien die van de bergen naar beneden stroomde, en de lucht vulde met een zachte, muzikale klank.
"Het is magisch," fluisterde Ruby, met grote ogen van verwondering.
Max rende vooruit, blafte opgewonden terwijl hij in de rivier spetterde. Ruby volgde, haar hart vol vreugde. Ze had het gedaan ze had de Verborgen Vallei gevonden!
Terwijl ze de vallei verkende, ontdekte Ruby nog meer wonderen. Ze vond een boomgaard met fruitbomen die gouden appelen droegen die zoeter smaakten dan alles wat ze ooit had gegeten. Ze zag vlinders met vleugels die shimmerden als regenbogen en vogels die zo prachtig zongen dat ze ervan wilde dansen. Het was werkelijk een magische plek.
Maar hoezeer Ruby ook van de Verborgen Vallei hield, ze wist dat ze niet voor altijd kon blijven. De zon begon onder te gaan, en ze had haar ouders beloofd dat ze voor het donker thuis zou zijn.
"Ik kom op een dag terug," zei Ruby tegen Max terwijl ze terugliepen naar de stenen poort.
Toen ze door de poort stapten, leek de magie van de vallei te vervagen, en ze bevonden zich weer in de grot. Ruby voelde zich een beetje verdrietig om de vallei achter te laten, maar ze wist dat ze de herinnering aan haar avontuur altijd bij zich zou dragen.
De reis terug naar beneden was gemakkelijker dan de klim omhoog, en al snel waren Ruby en Max terug in het bos nabij hun dorp. De zon begon net onder te gaan, en castte een warme, gouden gloed over de bomen.
Toen ze het huisje bereikten, stonden Ruby’s ouders op haar te wachten bij de deur.
"Heb je de Verborgen Vallei gevonden?" vroeg haar moeder met een wetende glimlach.
Ruby knikte, haar gezicht straalde van opwinding. "Ik heb het gedaan! Het was magisch! Er waren gouden appelen, regenboogvlinders en een waterval! Het was mooier dan ik ooit had kunnen voorstellen."
Haar vader lachte en rommelde door haar haar. "Klinkt als een behoorlijk avontuur, Ruby."
Die nacht, terwijl Ruby in bed lag, dacht ze aan al de geweldige dingen die ze had gezien en gedaan. Ze had een echt avontuur beleefd, een magische vallei gevonden, en ontdekt dat de wereld vol wonder en schoonheid was. En ze wist dat dit pas het begin was van veel meer avonturen die nog zouden komen.
Terwijl ze in slaap viel, met Max opgerold aan het voeteneinde van haar bed, droomde Ruby van de Verborgen Vallei en alle schatten die het bevatten. En in haar hart wist ze dat de magie van de vallei altijd bij haar zou zijn, ongeacht waar haar volgende avontuur haar zou brengen.
Einde.